Toetsen in TrainTool

Het opzetten van een nul- of eindmeting

Een nul- en/of eindmeting instellen

Van een segment rollenspellen kan je een meting maken. In een meting krijgt een deelnemer slechts één keer de kans om zijn of haar reactie opnieuw op te nemen, dus de Role Play kan niet eindeloos opnieuw opgenomen worden. De deelnemer krijgt ook geen beoordelingscriteria te zien. Aan het eind van de meting is er een beoordeling met een score in de vorm van een rapportage.

Voor metingen zijn er verschillende instellingen. Klik hiervoor op het tandwiel naast het segment.

Nulmeting of eindmeting

Het verschil tussen een nul- en eindmeting is in wezen alleen het feit dat een deelnemer voor een eindmeting kan zakken of slagen. Een nulmeting geeft alleen een score en wordt vaak gebruikt om vóór het oefenen het beginniveau van de deelnemer te bepalen. Een eindmeting wordt vaak aan het eind van het traject geplaatst, om het eindniveau van de deelnemer te bepalen.

Een structuur die je dus zou kunnen instellen is: nulmeting - oefensegment - oefensegment - eindmeting. Aan het verschil in score tussen de nul- en eindmeting kan je zien hoeveel de deelnemer gegroeid is.

Voor de deelnemer ziet een nulmeting er als volgt uit:

 

Coachbeoordeling

Als het vakje ‘coachbeoordeling’ aangevinkt staat en de deelnemer aan een coach gekoppeld is, komen de opnames van de deelnemer na het afronden van de meting in de coach-omgeving bij de coach terecht. Hij of zij kan de opnames beoordelen, feedback geven per Role Play, per competentie en over de gehele meting. Dit komt in een rapportage bij de deelnemer terecht.

 

Zelfbeoordeling

Als het vakje ‘zelfbeoordeling’ aangevinkt staat, krijgt de deelnemer na het afronden van de Role Play de beoordelingscriteria te zien en kan hij of zij de opnames zelf beoordelen. Op het eind van de meting komt de totaalscore en de score per competentie in een rapportage bij de deelnemer terecht.

Het is mogelijk om zowel coachbeoordeling als zelfbeoordeling aan te zetten. Een deelnemer krijgt dan dus ook twee scores.

 

Als zelfbeoordeling staat aangevinkt, krijgt een deelnemer het volgende scherm te zien om de opgenomen video van eigen beoordeling te voorzien:

 

Toon totaalscore

Als je deze optie uitvinkt, krijgt de deelnemer geen totaalscore te zien, maar wel competentiescores.

De score is het gemiddelde percentage van de competentiescores (per competentie het percentage van de beoordelingscriteria die de deelnemer in zijn of haar reacties heeft laten zien).

 

Toon exacte waardes
Als je deze optie uitvinkt, krijgt de deelnemer geen numerieke score te zien, alleen een visuele indicatie van zijn of haar niveau, zowel bij de totaalscore als bij de competenties.

 

Normen en groepsgemiddelden

Zowel voor de totaalscore als per competentie kan je een norm en een groepsgemiddelde instellen. Beiden zijn op een schaal van 75-125. De deelnemer ziet deze waarden onder zijn of haar eigen score terug in de rapportage met de beoordeling.

 

Norm

De norm is het niveau dat je minimaal van je deelnemers verwacht. In een eindmeting is het de grens waaronder een deelnemer zakt en waarboven een deelnemer slaagt.

 

Groepsgemiddelde

Een groepsgemiddelde kan de deelnemer een beeld geven van hoe hij of zij scoort ten opzichte van de doelgroep. Je kan hier bijvoorbeeld de gemiddelde totaal- en competentiescores invullen van een eerdere groep deelnemers die dezelfde meting heeft afgerond.

Het instellen van groepsgemiddelden is optioneel.

 

Als normen en groepsgemiddelden zijn ingevuld, krijgt de deelnemer op het einde van de nulmeting het volgende scherm te zien, met eerst de totale scores en vervolgens de scores per competentie (in het geval van onderstaand voorbeeld één):